Advertentie | |
|
![]() |
|
Verwijderd
|
De essentie van het probleem zit 'm er in dat je maar één vrijheidsgraad hebt, namelijk de hoogte van de driehoek die de dwarsdoorsnede van de kegel is. Als je dus een uitdrukking hebt voor het volume van de kegel met als dwarsdoorsnede een driehoek met hoogte h, als functie van de straal R, ben je in principe klaar. Daar ga ik morgen eens aan rekenen, als niemand me voor is.
|
![]() |
|
Verwijderd
|
Ik kwam uit op het volgende:
Er geldt als je het inderdaad ziet als een 2D-figuur: Goed, probleem 1 opgelost er staat een gegeven voor de Inhoud uitgedrukt in R. Dus differentieren naar R. Maar dan begint het feest. Maar stel dat dan maar eens nul. Ik kom op zulke vage rare enge dingen uit dat ik besloot er maar mee te stoppen en het vandaag aan de docnet te vragen. Als jullie voor die tijd al een antwoord weten hoor ik het graag en anders post ik het antwoord wel hier ![]() |
![]() |
|
![]() |
Sommige stappen hiervan zijn misschien al gevonden, maar ik begin toch even van de start. Het probleem komt neer op het maximaliseren van de oppervlakte van een (gelijkzijdige) driehoek in een cirkel (dat is de doorsnede van de kegel met de bol).
Ik noteer: R: straal van de bol (dus van de cirkel) r: straal van het grondvlak van de kegel (dus de halve basis van de driehoek) h: hoogte van de kegel (dus van de driehoek) V: volume van de kegel Er geldt: V = pi.h.r²/3. De hoogte h = R + c waarbij c de afstand is tussen het middelpunt van de cirkel/bol en de basis van de driehoek (grondvlak van de kegel). Uit Pythagoras volgt: R² = r²+c² => r² = R²-c². Dus: V = pi.(R+c).(R²-c²)/3, dit geeft V in functie van c. Afleiden levert: dV/dc = pi(R+c)(R-3c)/3. Nulpunten hiervan zijn: c = -R en c = R/3. Je kan nu nagaan welke overeenstemt met wat voor soort extremum. Intuïtief is het echter duidelijk: je krijgt niet het grootste volume door de kegel boven het middelpunt te plaatsen, de oplossing c = -R zal geen maximum zijn (dan zit je gewoon met een punt in de top!). Het enige maximum ligt bij c = R/3. Dan is V = pi.(R+R/3).(R²-R²/9)/3 = 32.pi.R³/81.
__________________
"God has not created man, but man created God." (L. Feuerbach)
Laatst gewijzigd op 05-11-2007 om 11:33. |
Advertentie |
|
![]() |
|
|