Het komt er echt op neer zoals sdekivit zegt: je hebt rond je atomen elektronen wolken die afhankelijk van wel orbitaal je hebt, een andere vorm hebben. De mooiste vorm om dat mee uit te leggen is dat van een p-orbitaal eigenlijk. Normaal heb je daar in je boek wel ergens een plaatje van.
Vermits die orbitalen negatief geladen zijn, willen ze elkaar afstoten en dus gaan ze zo ver mogelijk uit elkaar liggen. Je kan dit zelf makkelijk macroscopisch nagaan: neem een aantal ballonnen (klassiek model, dus niet om van die hondjes uit te maken), blaas ze op en knoop ze toe. Je hebt dan allemaal (halve) (sp?-)orbitalen in je handen. Neem er nu 2 en knoop ze allebei samen. Je merkt dat ze allebei gewoon lineair gaan liggen. Knoop er nog eentje bij en je merkt direct dat ze onder hoeken van 120° gaan staan ten opzichte van elkaar. Hetzelfde merk je bij chemische bindingen: doordat hun 'vorm' dat gebiedt, gaan die ook in de configuratie staan die voor hen het verste van elkaar is.
Let er wel op: mijn chemie is nogal roestig. Ik geloof dat die ballonnen gelden voor sp-gehybridiseerde orbitalen (sp, sp² en sp³), maar heel zeker ben ik daar niet meer van. Maar je merkt zelf wel dat de vorm van die orbitalen op die van een ballon lijkt.
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|