Gisteren had ik enorme honger. In de vriezer lagen verschimmelde melkproducten te skieen. Ze hadden de ijslollies gebruikt om eens lekker schoon te maken. In de appelmoespot zijn ondertussen drie felgekleurde cirkels te drogen gelegd door de slager. Caroline at de ijslollies, maar niet zonder ze eerst af te vegen aan de vieze keukendoek, in haar tuin. Gelukkig had niemand in de gaten dat ze geen kleren aan had. Caroline woonde namelijk in een glasbak boven op een berg genaamd de Vuilnisbelt. Haar huisgenoten heeft een vieze tv gevonden die mensen kon laten
__________________
Ik klop op de deur van de steen. / 'Ik ben het, doe open.' // 'Ik heb geen deur,' zegt de steen.
|