Voor alkanen, alkenen (& eventueel alkynen)
Zoek altijd de langste niet, vertakte koolstofketen. Daarna is het gewoon een kwestie van de koolstofatomen op die ketens de benoemen (met achtervoegsel -yl, bijv: methyl, ethyl, ...)
Bij alcoholen is de karakteristieke groep de OH-binding. Hierbij zoek je de langste, niet vertakte koolstofketen waarop zo veel mogelijk OH groepen gebonden zijn. Heb je bijvoorbeeld iets als:
C-C-C-C-C-OH
Je telt 5 koolstofatomen en één OH groep dus zeg je 1-pentanol.
Natuurlijk kan je ook hier gebruiken maken van de radicofunctionele nomenclatuur (i.p.v de substitutieve) die in sommige gevallen handig kan zijn.
Nog een belangrijke opmerking: alcoholen hebben voorrang op alkanen, alkenen & alkynen.
Probeer gewoon veel te oefenen dan zie je het na een tijdje zelf (:.
|