Deel 1
Ik keek uit het raam. De zon lag hoog aan de horizon. Vandaag zou een leuke dag zijn. Nu zou ik eindelijk naar het strand gaan. Ik rende enthousiast naar beneden. De tafel was al bedekt.
Mijn moeder vroeg: ‘wat wil je Deno?’
‘Ik wil broodje pindakaas!’ Snel pakte ik het aan en at in grote hapjes mijn broodje op. Nou, wat kreeg ik toch dorst.
‘Schiet op, papa staat al beneden op je te wachten’, zei mama. Haastig dronk ik wat melk. De deur was open, vader floot.
‘Pap, zullen we een wedstrijdje rennen. Wie het eerste bij het strand is.’ Ik duwde en rende zo hard als ik kon. Pfoe, ik hijgde. Ik wou meteen de zee in. Wat vader deed, dat boeide me niet. De zoutige smaak van de zee. Ik gooide me erin. Ik voelde iets. Hé, dat was mijn vader. We doken, zwommen en spetterden. Ineens trok iets aan mijn been. Was dat alweer mijn vader?
Nee, dit keer voelde het anders aan. Ik kreeg pijn, heel veel pijn. Het voelde alsof mijn been werd opengescheurd. Ik proestte het uit. Waar was vader? Ik zag hem niet. De pijn was onverdraagbaar. Ik huilde en schreeuwde.
Was er niemand, die mij kon helpen?
Word vervolgd…
Deel 2
Ik werd steeds dieper en dieper gezogen. De zonnestraal was mijn enige hoop, maar ook die verdween. Ik raakte in paniek en deed van alles, maar de zee plaagde mij. Het werd donkerder en het laatste luchtbelletje verdween. Angst gierde door mijn lichaam. Wat moest ik nou doen? Ik zag alleen een blauwe licht. Het was ijskoud. De tijd was hier verloren, het duurde zo lang. Mijn lichaam voelde loodzwaar aan. Ik wilde huilen, maar het kostte me teveel moeite. Huhm, zo ademloos…
Wat voelde ik me slap en suf. Volgens mij was ik moe, heel erg moe. Ik hoorde een vertrouwde stem. Het was mijn moeder. Dat wist ik zeker. Ze zei, dat ik rustiger moest worden. En mij niet gek moest maken. Het zou goed komen. Toen was het stil.
‘NEEE, NEEEEE! Niet weggaan, ik kan het niet ma, help me, ik heb je nog nodig.’
Het was doodstil en ik hoorde niets. Ik moest rustiger worden, anders werd ik gek. Misschien zou ik doodgaan, maar ik wilde naar papa en mama. We zouden naar de Efteling gaan. Dat hadden ze mij beloofd. Ik was boos op mama.
Blgghh ahum ahum, al het water.
‘Wat gebeurd er?’
‘Papa is bij je. Voel je, je wel goed, zei papa.’
‘Hmhm ik maakte een bevestigend gebaar. ‘
‘Laten we naar huis gaan, je bent zeker moe. Het is laat geworden en mama is vast ongerust,’ zei papa. Eenmaal thuisgekomen zagen we moeder al bij de deur staan.
‘Harry, waar zijn jullie gebleven? Ik wacht al uren op jullie. Ik schrok me een hoedje. En trouwens de hamburgers zijn al koud geworden. Kon je niet even belluh,’ zei mama.
‘Maria, Maria laten we naar binnen gaan, dan vertel ik je alles. Deno ga jij maar lekker slapen.’
‘Maar hij moet nog wat eten,’ zei mama.
‘Nee mam, dank je. Ik ben erg moe.’
Met een plof liet ik me in mijn bed zakken. Hmmm, lekker, mijn warme bed. Ik viel meteen in slaap. Ik sliep en sliep.
‘Aaahhhh mijn been!’ Ik stapte meteen uit mijn bed en liep naar de badkamer. Ik keek in de spiegel.
‘M-m-m-mijn hoofd! Wat gebeurd er.’ Mijn hoofd werd in elkaar geperst,
mijn armen werden zo licht als vinnen, mijn voeten groeiden naar elkaar toe. Op mijn nek kwamen kieuwen. Hè, was ik nou een vis? Ik kreeg geen lucht meer. Gek genoeg verlangde ik naar water. Toen wist ik het, ik moest de zee in. Ik hinkte naar de zee toe en gooide me erin.
Pfoe, wat was dat lekker. Ik zwom en zwom. Heel raar ik had geen lucht meer nodig.
Dagen lang zwom ik van zee naar zee. Ik had heel veel verschillende vissen, planten en wezens gezien. Een ding had ik veel gemist: mijn ouders.
Ik wilde weer terug, maar het kon niet. Ik was een vis. Tranen kwamen uit mijn ogen.
Ik was woedend.
‘AAAAAAAAAAAAAAHHHHHH!’
‘Word eens wakker Deno!’
‘Mam, Pap wat ben ik blij om jullie te zien.’ Ik straalde van geluk.
‘Kindje, je schreeuwde en huilde de hele nacht. Over wat heb je gedroomd.’, zei papa.
Rustig vertelde ik alles. Mijn moeder en vader lachten.
‘Nou, gelukkig was het maar een nachtmerrie, zei papa.’
‘En voortaan minder visjes eten voor het slapen gaan,’ zei mama. Ze lachten allemaal.
Einde
Laatst gewijzigd op 11-12-2011 om 15:10.
|