Bronvermelding in een profielwerkstuk

[Ace Frehley]

Ik zit in 6 vwo en het vak van mijn profielwerkstuk is geschiedenis. De meeste informatie komt dus uit boeken, internetartikelen enz. Ik snap wel hoe je een literatuurlijst in moet vullen, maar blijkbaar moet je ook naar bronnen verwijzen in de tekst zelf.

Ik snap niet wanneer ik in de tekst wel en niet naar een bron moet verwijzen. Moet het alleen bij een citaat, of bij alle informatie die je direct uit een boek haalt? En moet je dan ook de specifieke bladzijde erbij vermelden?

Alvast bedankt

[FemkeJanse]

Het lijkt mij wel belangrijk dat het overzichtelijk blijft, dus misschien kun je aan het einde van een kopje dit zetten;
(Bron; Geschiedenis boek 'Het Geweld' blz. 27, wikipedia; 'Het Geweld' & Internetsite www.blablabla.nl)

succes!

[Stff]

Bij een citaat zet je dat in aanhalingstekens en dan een voetnoot waarbij je in de voetnoot de bron weergeeft (auteur(s), titel van boek of artikel, jaar van publicatie, uitgever).

Als je in eigen woorden de bevindingen van iemand anders weergeeft dan doe je dat door de naam van de (hoofd)auteur te noemen met daarachter tussen haakjes het jaartal van de publicatie en dan neem je in de literatuurlijst de volledige bron op

In ons profielwerkstukboekje stond dit:

In een literatuurlijst staan de boeken, tijdschriften, enz. op alfabetische volgorde van de achternamen van de auteurs. Hieronder zie je hoe je ze moet aangeven.

1. Een boek
Achternaam van de schrijver, komma, voorletter, punt, titel (cursief), Plaats van uitgave, komma, jaar van uitgave, in superscript: druk in Romeinse cijfers, komma, tussen haakjes: jaar van eerste druk. Het eerste woord van de titel, de ondertitel en eigennamen krijgen hoofdletters.
Voorbeeld:
Tamse, C. A. De stijl van Beatrix Amsterdam, 2005II (2003)

2. Een tijdschriftartikel
Achternaam van de schrijver, komma, voorletter, punt, ‘titel’ (tussen aanhalingstekens), het woord ‘in’, dubbele punt, Naam van het tijdschrift (cursief), jaargang, komma, jaar van uitgave, komma pagina’s.
Voorbeeld:
Klein, P.W., ‘Wegen naar economisch herstel 1945-1950’ in: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden 96, 1981, 260-276

3. Een krantenartikel
Achternaam van de schrijver, komma, voorletter, punt, ‘Kop’, Naam krant (cursief), dag, maand, jaar, komma, pagina.
Voorbeeld:
Havelaar, R. ‘Student leert minder uren omdat hij werkt’ De Volkskrant 13 december 2006, p. 13.

4. Een internetartikel
Achternaam van de schrijver, komma, voorletter, punt, ‘titel’ (tussen aanhalingstekens), komma, jaar van uitgave, komma het woord ‘van’, dubbele punt, URL internetsite, datum van raadpleging. Na de URL komt geen punt.
Voorbeeld:
Suler, J. `The psychology of cyberspace’ 1999 van: http://www.rider.edu/users/suler/psycyber/psycyber.html

Opmerkingen
 Als er twee auteurs zijn, is de volgorde als volgt. Achternaam van de eerste auteur, komma, voorletter, punt, het woord ‘en’, voorletter van de tweede auteur, punt, achternaam van de tweede auteur. Dan volgt de titel en de rest, zoals bij één auteur.
 Als er drie auteurs zijn, is de volgorde als volgt. Achternaam van de eerste auteur, komma, voorletter, komma, voorletter van de tweede auteur, punt, achternaam van de tweede auteur, het woord ‘en’, voorletter van de derde auteur, punt, achternaam van de derde auteur. Dan volgt de titel en de rest, zoals bij één auteur.
 Als er meer dan drie auteurs zijn, is de volgorde als volgt. Achternaam van de eerste auteur, komma, voorletter, punt, de aanduiding ‘e.a’. (en anderen). Dan volgt de titel en de rest, zoals bij één auteur.
 Het eerste woord van de titel, het eerste woord van de ondertitel en eigennamen krijgen hoofdletters.
 Bij een organisatie als auteur wordt de volledige naam van de organisatie vermeld.
 Bij artikelen zonder auteur begint de beschrijving met de titel op de plaats van de achternaam van de auteur.
 Indien het jaar of de datum niet bekend is, gebruik je de vermelding z.j.. Dit staat voor ‘zonder jaar’.
 Indien de plaats van uitgave niet bekend is, gebruik je de vermelding z.p. Dit staat voor ‘zonder plaats’.
 Indien bij een URL geen auteur, titel of vindplaats bekend is, geef je alleen de URL. Geef nooit als vindplaats ‘Google’ op.

Je geeft antwoord op een vraag die niet gesteld is.