Morris zoefde door de straat, met zijn onhandig grote pas rende hij letterlijk zijn benen uit zijn lijf. Met diep gegronde angst in zijn ogen piepte hij tegen me: ,,help me". Ik pakte hem beet bij de kraag van zijn stukgesleten jas, die bij hem was gaan horen, sleepte hem mee een steegje in en maande hem tot stilte ,,rustig maar, hier ben je veilig". Ik voelde zijn hartslag kalmeren naarmate de tijd verstreek. Pas na een lange tijd begon Morris te praten.
Een mengelmoes van warrige woorden vulden mijn oren. Na het gebrabbel een tijdje zacht gnivvelend te hebben aangehoord vroeg ik Morris wat hem had opgejaagd. waardoor was hij zo van stuur? wat was het dat zijn anders zo rijke woorden tot slechts gebrabbel maakte? Morris was stil. Zo stil dat je de banden van een voorbij rijdende mercedes van die van een volkswagen kon onderscheiden. Zenuwachtif kloofde Morris op zijn scherpe nagels op een manier die me vertrouwd was geworden.
Ik kende hem nog nauwelijks. maar ik mocht hem wel.
hij had iets avontuurlijks in zijn houding. Iets waarvan later bleek dat dat echt Morris was.
__________________
If The World Didn't Suck We'd All Fall Off
|