jaja, triestige tijden zijn aangebroken, Damaetas moet fysica leren

de meeste dingen snap ik nu wel duh, maar er zit me nog een afleidinkje dwars:
relatieve grootte van de getijdenwerking door zon en maan.
die van de maan is veel groter dan die van de zon, dat snap ik allemaal goed enzo, daar kan mn geologische brein goed bij. alleen de wiskundige afleiding snap ik niet goed.
(om dit eenvoudig te bewijzen staat er

)
berekening voor het punt P op aarde dat het dichtst bij de maan ligt:
Fc (de kracht die op het mc van de aarde inwerkt)
@ |Fc| = G*M*m / R²(am)
G = gravconstante
M = massa maan
m = euhm? referentiemassa in mc?
R(am)= afstand mc aarde tot mc maan
Fp (kracht van maan op punt P)
@ |Fp|= G*M*m/ (R(am) - r )²
G = gravconstante
M = massa maan
m = euhm? referentiemassa in P?
R(am)- r = afstand mc maan tot P (met r= straal aarde)
de deformatiekracht op de aarde is |Fp|-|Fc| = |Fd|
|Fd| = 2*G*m*r*(M/R(am)³)
vermits: (1-x)² zowat gelijk is aan (1+2x) voor x << 1
en als je dat dan vergelijkt met de Fd door de zon (M = masa zon en R(am) vervangen door R(az)) an de relatieve waarden invult kan je mooi zien dat de deformatie door de maan veel groter is.
maar hoe komt hij nu in hemelsnaam aan dat vetgedrukte ding???? ik heb het wel geprobeerd in te vullen maar het lijkt nergens op
iemand een duidelijke verklaring? (graag ook zo met spaties tss de lijnen, ik ben nogal slechtgehumeurd en ik zou niet willen dat je antoord voor de vreselijke mishandeling van mijn pc zorgt. maar ik ben je sowieso erg dankbaar voor enig verklarend getyp)
Eva (who's mood has been better

)