Het bestellen van "un purgatoire" leverde je- naast de te kleine portie frieten- drie hete sauzen op waardoor je het aangenaam warm kreeg en er tintelende voeten aan overhield. Ons moe heeft nooit verklapt waaruit haar cocktail bestond, doch ons moe kennende heeft ze een "vagevuur-gevoel" willen imiteren met haar beroemde recept. Sommigen beweerden dat ze zich alerter voelden met "un purgatoire" in hun lijf. Dat zal allemaal wel, dacht ik, waarbij een beeld van rode en gloeiende sintels altijd opdook.Het schijnt dat ik altijd geweigerd heb "un purgatoire" te consumeren. Ik heb andere manieren gezocht- en eerlijk gezegd, gemakkelijk gevonden- om me prettig en niet gestoord te voelen. Maar, dat was later, veel later. Wat wil je, ik was zes.
Jeppe, mijn beste vriend, was drie ouder dan ik. Ons moe zei altijd dat de Jeppe geen goede vriend was voor mij, omdat hij al veel te vroeg veel te veel geld op zak had. Onze va vond dat ook. Nu moet ik zeggen, ik vond alleen het laatste waar. Hoe hij aan dat geld kwam, dat wist ik ook niet. Zijn vader Jozef, Jef voor de vrienden, had een krantenwinkeltje, zo eentje op wieltjes dat op de hoek van de straat stond. Een moeder had de Jeppe niet meer. Ze was dood, gestorven bij zijn geboorte. Ik mocht daar niet over spreken, niemand trouwens, anders kon ik een koek op mijn bakkes krijgen, zei de Jeppe. Zo was de Jeppe, altijd alles opkroppen.
Toen ik een jaar of elf was, wou hij mij de rosse buurt leren kennen. Ik had daar al eens een schuine mop over horen vertellen in ons "frietkot", maar het fijne wist ik er niet van. Er kwam nogal wat bloot aan te pas, had ik begrepen.
"Je moet niet letten op de hoeren", zei hij. Ik dacht dat we juist daarvoor naar die buurt trokken. We gingen binnen in een etablissement dat me erg donker leek en hij zei dat ik een cola mocht bestellen, hij moest nog iets regelen. Hij gaf me daar geld voor, want hij wist maar al te goed dat ik van thuis nog niks kreeg. Er waren veel mooie en vriendelijke juffrouwen, waarvan er een drietal een praatje met me kwamen maken. Ik moet zeggen dat die vriendelijkheid en die speciale manier van kleden en al die aandacht van zulke verrukkelijke wezentjes mij niet onberoerd lieten. Het is niet schoon van mij, maar ik hoopte heimelijk dat de Jeppe nog lang zou wegblijven.
|