Bloedbad eist verloren ranzigheid terug.
Ze hield er van. Als het maar luguber was, dan kwam alles goed. Toen ze jonger was vond ze het spookhuis al leuker dan de draaimolen, Gi-Joe werd geadoreerd, terwijl Barbie een plaatsje onder het bed kreeg. Haar ouders hadden na een paar jaar geaccepteerd dat hun dochter een echte Benjamin was en haar nooit gedwongen met de andere meisjes mee te doen. Samen met haar beste vriendje, Jeroen, makte ze hutten, midden in het bos, ging ze touwslingeren over de vijver in het park, hield ze griezelfeesten en bedacht ze enge verhalen. Sinds ze op de Middelbare school zat werd het alleen maar extremer. Ze gedroeg zich altijd al a-sociaal, had overal schijt aan, vooral aan autoriteit. En natuurlijk had ze de pech dat a-sociaal gedrag niet gewaardeerd werd bij haar op school.
Er golden geen algemene kledingvoorschriften, maar haar kleding werd niet getolereerd. Ze zou er de brugklassers mee op stang jagen. Maar zij had haar kleding niet nodig om mensen af te schrikken. Ze kon je zo vuil aankijken, alsof ze dwars door je heen keek. Ze kon zonder iets te zeggen iemand een gigantisch minderwaardigheidscomplex geven, of zonder iets te doen mensen kilometers bij haar vandaan houden. Ze stonk niet, was niet lelijk, en had geen rare gewoontes, behalve dat haar uitstraling zo angstaanjagend was. Het kille dat haar uitstraling beheerste was nog niet te smelten met alle warmtebronnen op aarde. En waardoor? Niemand wist het. Ze had een leuke, normale jeugd gehad, at geen vreemde dingen, gebruikt geen drugs, en dronk niet vaak. Ze had goed contact met haar familie, had een goede opleiding gehad en was erg intelligent. Ze haalde goede punten, dus daar was niks mis mee.
Ze praatte enkel als dat echt nodig was. Ze zei niks, totdat iets haar echt niet lukte of wanneer ze iets niet snapte. Dan nog gebruikte ze niet meer woorden dan strikt noodzakelijk waren om het probleem duidelijk te maken. Vaak schreef ze het op, zodat ze niet hoefde te praten. Mensen wisten nooit wat er in haar hoofd om ging, alleen zijzelf wist wie ze was, hoe ze zich voelde en de reden van het zwijgen…
31-12-2002
Verschrikkelijk, over een half uur is het Nieuwjaar en de hele familie zit beneden naar de oudejaarsconferentie van een of ander cabaretier te kijken. Ik snap niet dat ze op een moment als dit kunnen lachen, lol kunnen hebben om de dingen die het afgelopen jaar zijn gebeurd. Om de dingen die afgelopen jaar zijn gebeurd ben ik verdrietig, nee niet verdrietig, boos, stiknijdig, kwaad, maar vooral verbaasd. Het klinkt ongelofelijk cliché, maar ik had niet verwacht dat in Nederland ooit iemand vermoord zou worden om zijn of haar politieke mening. En het ergste is dat deze moord me vrij weinig deed. Ik ben niet boos omdat hij dood is, ik ben boos, omdat het me niks deed. Ik probeer sinds kort zo weinig mogelijk naar het nieuws te kijken. Ik heb het idee dat ik ben afgestompt voor al de rampen in de wereld. De informatie gaat het ene oor in het andere oor uit. In de tijd dat het in mijn hersenen zou moeten zitten, doe ik niks met deze informatie. Ok, ik denk er even over na, en bedenk dan dat het ver weg is, niet mijn pakkie an, en vervelend voor de slachtoffers, maar gelukkig voor mij. Niet dat andere mensen het zo slecht hebben, maar dat ik het zo ‘goed’ heb dus. Want God wat heb ik het goed…
2-1-2003
Er werd hevig afgeteld om tien voor twaalf gisternacht. Ik ben naar buiten gegaan voor het vuurwerk, vooral omdat ik geloof in de Chinese overtuiging dat de harde knallen de kwade geesten het nieuwe jaar uitjagen. En hopelijk klopt deze overtuiging, ik kan wel wat hulp gebruiken met het uitroeien van mijn kwade geesten. Ik voel dat het weer mis zal gaan, misschien niet morgen, of deze week, maar het zal nie tveel langer duren. Dan knap ik, en je weet wat er de vorige keer is gebeurd…
__________________
Do you count the sundays when I'm there?
|