Dit is het eerste verhaaltje dat ik hier post.
Ik heb het vrij snel geschreven en het is een beetje melancholisch. Wat vinden jullie ervan?
------------
Ze was er vaak. In dat oude pakhuis. Verweerde muren. Tochtig en koud. Daar had ze de beste ideeën zei ze. In haar eentje zat ze daar, op een deken voor zich uit te staren. Een keer ben ik haar gaan zoeken, toen zat ze daar. Het gaf rust, zei ze.
Voor mij was het benauwend, sinds die keer ben ik niet meer gaan zoeken, ze kwam wel weer eens met wilde haren en smoezelige kleren terug. Dan kroop ze bij me in bed, op zoek naar warmte. Ik liet het zo.
De dagen na het pakhuis ging ze aan het werk. De grijze afgebladderde muren gaven haar inspiratie tot blauwe luchten, weidse landschappen en felgekleurde portretten. Lang deed ze er niet over, een doek was na een uurtje in een hoekje te drogen gezet, om er later nooit meer naar om te zien. Maar meisje, het zijn prachtige schilderijen, waarom verkoop je ze niet? Probeerde ik wel eens, maar ze zweeg en bleef verwoedt doorgaan met het in beeld brengen van haar fantasieën.
Zo zag ik haar het liefst, met die geconcentreerde donkere ogen op het doek gericht. Geen tijd om te slapen, nauwelijks tijd om wat te eten. Ik bleef zitten, met de restjes. ’s Avonds een goede reden voor mij om ze nog even op te eten. Alleen de wijn, die vergat ze niet.
Zestien was ze, toen ze hier aankwam. Neongroene haren, gescheurde kleren, met zichzelf en het leven wist ze zich geen raad. Weg wilde ze, uit haar dorp, uit de greep van haar ouders. Maar wat ze dan wel wilde? Schilderen, zei ze. Schilderen deed ze ook. Alsof haar leven er vanaf hing. Misschien was dat ook wel zo.
Het neonhaar vervaagde, de scheuren in de kleren werden groter. Het kon haar niet schelen. Alleen die verf en dat doek zag ze. En de wijn, al vraag ik me af of ze zich daar nog bewust van was.
Niet dat ik het niet geprobeerd heb. Ik verstopte de flessen. Ze kocht nieuwe en schilderde door.
Geld stal ze, denk ik, of leende het van anderen, anderen die ook in het pakhuis kwamen. Ik kreeg soms huur, maar ik zeurde niet, ik mocht haar.
Toch heb ik niet gehuild toen ze voor de deur stonden. Met de vraag of ik een meisje kende. Met gescheurde kleren, en verf aan haar handen. Of ik wist dat ze dronk. Ik knikte en wist ook dat ik mijn zolderkamertje weer kon verhuren.
__________________
Als je een vinger in je oor steekt en je teen in je mond en je draait op één been 20 rondjes, val je dan om?
|