Het thema was Onbereikbare Liefde. Ik heb geen titel.
De kleur van haar ogen was wonderlijk. Vroeg in de ochtend, als het licht nog dun en breekbaar was, leek het alsof je in de zee keek. Van heel dichtbij leek het soms alsof er golven te zien waren. De golven van haar gedachten, die alles verraadden wat zich in haar hoofd afspeelde. ’s Avonds laat, als we tegen elkaar aan zaten en naar de maan keken, leken ze groen, helder groen, omsloten door een donkere krans. Als er tranen in haar ogen kwamen, zag je ze langzaam grijs worden, alsof haar verdriet haar hele wereld grauw kleurde. Grauw en koud, als de omlijsting van de woorden die ik nog niet neergeschreven heb. Mijn wereld wordt voor altijd weergegeven door een grijs raam, waar langzaam regen tegenaan tikt.
Ik herinner me nog goed dat we samen op vakantie waren. We hadden een klein appartementje gehuurd, vlak bij een meer, dat verborgen lag tussen hoge bomen. Eén van de bomen deed me aan haar denken, maar toen ze er naast ging staan, zag ik geen enkele gelijkenis. We liepen uren lang zwijgend naast elkaar over het smalle pad, dat nauwelijks zichtbaar overliep in een met verdorde bladeren bedekte grond. We zijn een keer een heel stuk van het pad afgegaan en hebben de oudste boom gezocht die we konden vinden. “Eigenlijk is het zo dat de oudste boom het hele bos overeind houdt,” zei ze een keer. Ik heb nooit begrepen wat ze ermee bedoelde.
We hebben toen een grote hoop gemaakt van de bladeren die volgens ons van die boom afkomstig waren en zijn erin gaan liggen. We geloofden allebei dat er een wereld van gevoelens was. Een wereld waar kleuren de baas waren en de wind altijd warmte verspreidde. Mensen zijn daar zichtbaar als gekleurde puntjes, verbonden door gekleurde banen. Ik hield haar hand vast en voelde dat er tussen ons een regenboog was. Als we over die wereld praatten verloren we besef van tijd en vergaten we dat we een lichaam hadden en dat materie bestond. Alleen wij, in het eindeloze zwart, zwevend als twee puntjes, naast elkaar. We praatten er vaak over, dat we ooit iemand zouden vinden die onbegrensde liefde in ons los zou maken en die in allebei de werelden zou verschijnen als een engel.
Het verlangen naar liefde beheerste ons leven, we voelden de drang naar vervolmaking, naar de blik die de onze zou vangen en alles vanaf dat moment zou veranderen. Op de dag van het ongeluk zou ze bij me komen logeren, omdat haar ouders het weekend zouden doorbrengen bij vrienden in het buitenland. Ze was al op weg, toen een auto haar van opzij raakte. Ze werd door de klap de weg op geslingerd en werd toen geschept door een vrachtwagen. Getuigen vertelden me later dat ze niet één kreet geslaakt had. Een stille ondergang. De stilte van de klap lijkt de geluiden uit mijn omgeving te dempen. Alleen de doffe dreun en daarna niets. Een echo van leegte, een holle schreeuw van verlies.
Ik heb haar nog gezien, ze lag opgebaard in haar slaapkamer, tussen de knuffelbeesten waar ze elke nacht mee sliep. Ze was prachtig. Haar wangen waren bleek, haar haren zwart en ik was trots op haar. Haar ouders hebben me haar toen haar dagboek gegeven. Ik heb alleen de laatste bladzijde gelezen, de rest behoort tot haar verleden en wil ik bij haar laten. Ze had een engel getekend, met grote, witte vleugels. Ernaast stond: “Isabelle, je bent mijn engel..”, geschreven met sierlijke letters. “Morgen vertel ik het haar, morgen.. Ik kan het niet meer stilhouden.” Ik realiseerde me pas later dat ze het me nooit zou vertellen.
Nu ik hier zit, aan haar bureau, en deze woorden neerschrijf, dringt langzaam tot me door wat liefde is. Ik had het woord zo vaak gelezen, uitgesproken, geschreven, maar de betekenis heb ik nooit gekend. Haar dagboek ruikt nog steeds naar haar, ik hoop niet dat ik haar woorden onrecht aandoe met de mijne. Op de laatste bladzijde heb ik een tekening gemaakt, als de laatste afbeelding van een boek dat niet geschreven kan worden. Een engel heb ik getekend, met zachte, zwarte vleugels. Ernaast staat geschreven:“Ik hou van je.”
Mijn eerste vraag: wat vind je ervan? En ten tweede: is het duidelijk dat het meisje dat nog leeft schrijft in het dagboek van het dode meisje?
Dank.
__________________
I hide my soiled hands behind my back.
|