E = m*c²
Dit is dus de relativiteitstheorie.
m= massa "die verdwijnt" (wordt later duidelijk)
c=constante=lichtsnelheid in vacuüm= ongeveer 3,00 * 10^8 m/s
Als voorbeeld:
De zon straalt licht uit (duh). Dit licht bestaat uit energie. Die energie wordt onstaat uit een kernfusie proces. Een voorbeeld van zo'n kernfusie proces is de vorming van Helium uit Waterstof.
Er botsen dan heel wat waterstofatomen op elkaar; de kernen smelten samen en er is helium ontstaan. Als je echter de massa van al het waterstof gaat vergelijken met de massa van de hoeveelheid onstane helium, merk je dat je minder massa overhoudt. Er is dus massa "verdwenen". Die is dus omgezet in energie. De hoeveelheid energie die er is ontstaan kan je afleiden uit de formule.
Dit is slechts heeeeeeeel kort uitgelegd en er kan ook heeeel wat uit worden afgeleid, maarre... het is genoeg om duidelijk te maken dat je alleen de E goed had
Maar je bent dan ook pas 13..