Een dicht omdat ik moe ben, en mijn strijdlust heb verloren
om de ander nog te raken; om zijn rust-zijn te verstoren.
Na honderd regels is het, niet makkelijk niet te herhalen
wat ik je nog vertellen wou 'maar mijn verdriet zul je niet horen'.
Want na duizend woorden ben ik, in't schijnbeeld aanbeland,
en na nog eens duizend meer, ligt het einde voor de hand.
Je weet waar dit naartoe leidt, ik zag je denken 'zou ze...'
maar verdrink maar in het diepe, in het water, in het koude.
Waarna ik je dan redden zal: ik zie ons daar al zitten
in het lieve groene gras. Jaren later; samen vitten,
over hoe alles vroeger was.
Meer nog dan ik schrijven kan, wil ik je liefde steeds bezitten,
't zonder-zijn duurt mij veel te lang;
zonder dat water, te veel hitte.
__________________
eight days a week
|