Citaat:
mjboeve schreef:
Wie kan mij helpen met het oplossen van deze som:
Een appelhandelaar uit Tuindorp verkoopt in eigen omgeving appels van het merk Goldappel. Bij een prijsstelling van F 1,50- per kilo wil hij 5000kg verkopen. Hij raakt echter slechts 4000kg kwijt voor die prijs. Bekend is bovendien, dat een dubbeltje prijsverlaging (p.kg.) leidt tot een daling van het aanbod met 600kg. De vraag stijgt dan met 500 kg. We gaan er vanuit dat het verband tussen hoeveelheid en prijs voor de vraag en het aanbod lineair is.
Vraag 1: Bepaal zowel de aanbods (Qa) als de vraagfunctie (Qv)
Kan iemand mij duidelijk uitleggen hoe ik dit moet doen?
Vr Gr.
MJB
|
Bij een prijsstelling van F 1,50- per kilo kan 4000 kg worden verkocht. Bij een prijsverlaging van F 0,10 per kg daalt het aanbod met 600 kg (dit wordt dus 4400 kg) en stijgt de vraag met 500 kg, dus de vraag wordt 4500 kg. We weten nu dat bij een prijs van F 1,40 per kg de vraag 4500 kg is en het aanbod 4400 kg. Bij een prijs van F 1,50-per kg is de vraag 4000 kg en het aanbod 5000 kg.
Voor de aanbodfunctie Qa geldt: (4400;1,40) en (5000;1,50) liggen op de grafiek van Qa, dus kunnen we stellen: Qa=a*p+b. Dit levert 2 lineaire vergelijkingen met 2 onbekenden (a en b) op waaruit a en b zijn op te lossen. Voor de vraagfunctie Qv geldt: (4500;1,40) en (4000;1,50) liggen op de grafiek van Qv, dus kunnen we stellen: Qv=c*p+d. Dit levert 2 lineaire vergelijkingen met 2 onbekenden (c en d) op waaruit c en d zijn op te lossen.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel