Blindelings een vaag verlangen
om te zijn waar jij nu bent
Doofstom gillend langs de straten
vróéger was ik haar equivalent
Kijk haar nu toch lopen
haar haren dansend, in de wind
een glimlach rond haar ogen,
ze is verliefd, en wordt bemind
Op muziekstukken van Bach
danst zij over de straten
Jongens fluiten, lachen, praten
maar niemand ziet míj staan
Want ik sta in de tram
platgedrukt tegen de ruiten
vol jaloezie sta ik te kijken,
en er zijn geen jongens, die naar me fluiten
Korte stugge haren, de glimlach
rond mijn ogen is allang vervangen...
door vieze oude kraaienpootjes -
toch brand ik van verlangen
-want 'k heb al maanden niet meer genoten-
2e gedichtje:
Om je gemompel niet te horen
liet ik mijn gedachten varen
om de trieste uitdrukking niet te lezen
sloot ik mijn ogen, voor altijd
Je hoofd, ondersteund door handen
zorgelijk gesteun, gedraai
nooit heb ik je begrepen -
Carpé diem, uxorius
__________________
Je ogen zitten dicht..
Laatst gewijzigd op 23-10-2004 om 09:32.
|