(Een klein tweekamerflatje in een buitenwijk. Binnen is het donker, de gordijnen zijn dicht. In de vensterbank staan margrietjes en viooltjes. De inrichting is een bij elkaar geraapt zooitje. Niets past bij elkaar.)
EMMA:
De mensen zullen wel denken
Wel sjaals breien
Sjaals van twee meter
Die aanvoelen als katten
Maar niet gaan werken
(Ze schenkt een bibberig kopje thee in.)
Maar het gaat zo niet
De wereld draait te snel
En ik heb 27 uur per dag nodig om het bij te houden
Ik ben te moe om te slapen
En te uitgerust om wakker te zijn
Gek in je hoofd, zeggen ze.
Ja, dáág.
(Ze neemt een slokje van haar thee.)
Ze zeggen: Je zit achter de geraniums
Volgens mij zijn ze niet goed wijs
Dat zijn geen geraniums
Dat zijn margrietjes
En viooltjes
Maar geen geraniums
Daar zou ik ze een plezier mee doen.
Ja zeg
Dat zouden ze nou eens leuk vinden
En dan bellen ze
Hoe het nou gaat
Of ik nog lang thuiszit
Al een half jaar!
En dan verwachten ze nog elke week dat ik weer beter ben
Maar het gaat zo niet
De wereld draait te snel
De wereld draait te snel
(Stilte)
Gisteren nog
Gisteren was Marja er nog
Met een fruitmand
Alsof ik ziek ben
Alsof ik vitamines nodig heb
Ik kan zelf mijn boodschappen doen
Maar dat snapt ze niet
Maar ze snapt nooit iets
Ze snapt niet dat je moe kan zijn van niks
En ik wil wel
Ik wil best een heleboel
Maar ik moet niet teveel willen van de dokter
Dat zegt ie nou wel zo mooi
Maar ik weet niet wat teveel is
Marja vindt van wel
Marja vindt dat ze het weet
Marja wil mij het liefst zien instorten
Als een kaartenhuis
Of een flatgebouw waar ze met mokers tegenaan slaan
Zodat ze kan wijzen en zeggen
Zie je nou weg?
Goed voor niks, zij
Goed voor sjaals breien
Nou, denk maar niet dat ik met Kerstmis
Ook maar een pannenlap voor haar brei.
|