Ik kom hier praktisch nooit, en post meestal op DoP, maar dit is niet echt een gedicht, dus plant ik het maar hier neer...
Het was het weer wat me een gevoel van tegelijkertijd nostalgie en angst bezorgde.
De wind waaide door mn haar en deed mn rok wild rond mijn benen dansen.
Eens was ik niet meer de Raaf, het kind van de nacht.
Maar als een plotselinge donderslag die de donkere hemel verlichtte,
veranderde ik weer in een bang klein meisje.
Bladeren renden vluchtig met lichte sprongetjes voor me uit.
Nergens sterren, niets vertrouwds, slechts wolken en bomen.
En een pad zonder einde. Ergens in de verte zachte klanken van een piano.
Mijn gedachten worden langzaamaan gedood, door het doordringende gehuil van de wind.
Een moment sluit ik mijn ogen, als ik ze open, zit ik in een grauwe, kille kamer.
Geroest ijzer, stukgereten lappen stof.. schaduwen buigen zich dreigend over me heen.
Mijn vingers tasten de muur af, zoekend naar een deur..
Ik raak iets, met een flits gaat het licht weer aan. Mijn kamer..
Mijn gouden gevangenis.. Mijn grootste angst..
|