‘Ben je nog geen ander meisje tegengekomen?’
Hij glimlachte om haar onzekere vraag. Natuurlijk was hij andere meisjes tegengekomen, natuurlijk waren ze knap en hadden ze grote borsten, natuurlijk geilde hij op ze. Maar dat nam niet weg dat zijn liefde voor haar ontegenzeggelijk groot was en dat hij niet verder dan geilen kwam.
‘Nee.’
‘Echt niet?’
‘Echt niet.’
Ze zweeg. Hij wist niet wat ze dacht, kon haar niet doorgronden zonder haar ogen, die hem zo duidelijk vertelden hoe ze dacht.
‘Er zit een nieuwe jongen in mijn klas.’
Zijn hart leek stil te staan. Hij slikte de brok in zijn keel weg. Een nieuwe jongen? Wat wil ze daarmee zeggen? Wil ze het beëindigen?
‘Oh. En, is hij aardig?’
‘Ja.’ Verder zei ze niets.
Ook hij zweeg. Toen ging ze verder: ‘Gisteren hebben we samen film gekeken.’
‘Gezellig.’
‘Ja.’
Hij wilde zoveel vragen. Waarom vertelde ze hem dit? Wilde ze hem iets vertellen? Wilde ze vertellen dat verliefd was op een ander en hem liet stikken? De pijn vanbinnen was niet te beschrijven, hoewel er nog niets zeker was. Was dit wat men puberteit noemt? Want dan kon het hem gestolen worden. Hoe kon hij deze gevoelens nou hebben voor een meisje? Een meisje van wie hij eerst dacht nooit te kunnen houden omdat hij te jong en te ontrouw was?
‘We kunnen goed praten samen en zo. We gaan binnenkort samen zwemmen. Waarom zeg je niets meer?’
‘Wat moet ik zeggen?’ viel hij uit. Wat moest hij in Godsnaam zeggen over haar opgewekte gekwebbel over die nieuwe jongen in haar klas, met wie ze film had gekeken en met wie ze ging zwemmen, iets wat tot dus toe iets van hun samen was geweest?
‘Weet ik veel. Leuk of zo.’
‘Leuk.’
‘Je bent ongeďnteresseerd. Heb je een ander ontmoet?’
‘Nee, dat is niet waar. Jíj bent hier degene die een ander heeft ontmoet!’
Hij kon zichzelf wel slaan. Hij had zichzelf verraden. Hij had zijn liefde voor haar en zijn jaloezie daarom verraden.
‘Ach, we zijn gewoon vrienden. Ja, hij wilde wel met me zoenen, maar ik zei dat ik een vriend heb van zeventien.’
Hij verbeet zich aan de telefoon. ‘Hé, ik moet ophangen.’
‘Nu al?’ pruilde ze.
‘Ja. Dag.’
‘Ik hou van je.’
‘Doei.’
Hij kon het niet zeggen. Het verscheurde hem van binnen dat ze met een andere jongen omging. Die jaloezie had hij nog nooit eerder meegemaakt en het was hem dan ook volkomen vreemd. Hij vroeg zich af waar het vandaan kwam. Misschien omdat ze niet bij hem in de buurt woont en hij haar daarom niet kan controleren? Ze hebben elkaar ook sinds de zomervakantie niet meer gezien.
Hij bedacht hoe de jongen eruit zal zien. Knap? Hij heeft vast krullen en een mooie lach. Hij zag voor zich hoe de jongen zijn meisje omhelst, hoe de jongen haar probeert te zoenen, haar vleit met mooie woorden. En hoe zijn naďeve, lieve, kleine meisje daar zomaar in trapt. Hij mocht de jongen niet, ook al kende hij hem niet. De jongen neemt hem zíjn vriendin af en maakt misbruik van de situatie!
Zijn telefoon ging. Zij is het.
‘Ja?’
‘Houd je niet meer van me?’
Hij was even stil. ‘Hoe kom je daarbij?’
‘Wie een vraag beantwoordt met een weervraag, durft geen antwoord te geven.’
Ze zei het niet meer zo krachtig als eerst, maar met een gebroken stem.
‘Natuurlijk houd ik nog van je.’
‘Zeg dat dan ook voortaan.’
Ze hing op. Hij snapte niet waar dat ineens vandaan komt; ze weet toch wel dat hij van haar houdt? Zij is toch ook degene die met een andere jongen film gaat kijken en gaat zwemmen? Misschien wil ze hem helemaal niet meer, of alleen om af en toe mee te zoenen en mee te kunnen pronken met haar vriendinnen. Ze had immers ook tegen de jongen gezegd dat ze een vriend van zéventien heeft. Ze heeft niet zomaar een vriend, maar nee, een vriend van zéventien. Dat is natuurlijk een heel verschil.
Hij sloeg zijn boeken open. Maar op natuurkunde kon hij zich niet concentreren.
Dit is een deel van een groter verhaal. Barst los en geef commentaar