Daar ligt hij dan op zijn kamer zonder inspiratie.
Fantasieen genoeg, maar aan woorden gebrek,
als wolken zitten ze opgestapeld in zijn hoofd
en het wil maar niet gaan regenen.
Dan kon hij de druppels vangen in zijn emmer
en de boodschappen uit zijn gedachten lezen.
Nu spreken zij onderling echter een geheimtaal,
die hem volkomen onbekend is.
In zijn dromen plagen ze hem voortdurend
maar als hij ontwaakt, vergeet hij de woorden.
De zinnen slechts raadsels zonder oplossing
totdat de donderslagen zullen slaan
Dan regent het zijn ideeen vele hele dagen lang,
hij schrijft totdat zijn fysieke conditie hem stopt.
Hij weet dat deze moesson gevolgd zal worden
door opnieuw eindeloze droogte.
__________________
"Ik ben geen dichter meer", zei hij en hij zweeg voor lange tijd. "Misschien in mijn hart een dichter, maar dan zal niemand het werkelijk weten."
|