Citaat:
eddie schreef:
Ik snap hem niet 
Is dit VWO wiskunde?
Wat is de bedoeling?
Hebben a) en b) wat met elkaar te maken? Zo ja, dan klopt imo de forumule van a) niet.
|
Dit was inderdaad wiskunde op v.w.o.-niveau en in een grijs verleden (voor het invoeren van wiskunde A en B op het h.a.v.o.) ook op h.a.v.o.-niveau, maar met de invoering van de Tweede Fase (waarvan het nut door sommigen als discutabel wordt beschouwd) is dit onderwerp uit het v.w.o.-programma voor wiskunde B geschrapt. De vergelijking bij a stelt de vergelijking van een lijn in de ruimte voor (waarvoor ik zelf bij voorkeur een vectorvoorstelling zou geven, wat ik zo dadelijk doe) en de vergelijking bij b stelt de doorsnede van 2 vlakken in de ruimte voor wat ook weer een lijn in de ruimte oplevert.
(x-9)/2=(y-6)/1=z/-2 gaan we omschrijven naar een vectorvoorstelling door x=t te stellen met t een gegeven parameter en y en z in t uit te drukken. Dit geeft: t-9=2*y-12 en t-9=-z, dus y=1/2*t+3 en z=-t+9, wat ons de vectorvoorstelling (x,y,z)=(0,3,9)+t(2,1,-2) van de lijn bij a geeft.
Het stelsel x+y+3=0 en z+5=0 geeft bij keuze x=v met v een gegeven parameter y=-v-3 en z=-5, wat ons de vectorvoorstelling
(x,y,z)=(0,-3,-5)+v(1,-1,0) van de lijn bij b geeft.
We moeten nu de vergelijking van een vlak alfa door (1,1,1) vinden zodat alfa evenwijdig loopt aan de gegeven lijnen. Dit betekent dat voor de normaalvector (a,b,c) van alfa moet gelden: (a,b,c)·(2,1,-2)=0 en
(a,b,c)·(1,-1,0)=0, wat ons het stelsel 2*a+b-2*c=0
en a-b=0 geeft. Uit de tweede vergelijking volgt a=b wat bij invullen in de eerste vergelijking 3*a-2*c=0 ofwel 2*c=3*a geeft. Kies a=2, dan geldt: b=2 en c=3 zodat alfa de vergelijking 2*x+2*y+3*z=d heeft. Invullen van het punt (1,1,1) geeft de uiteindelijke vergelijking 2*x+2*y+3*z=7 van alfa.