Nine S. en ik schrijven een verhaal samen.
Deel 1.
De zon schijnt, Anne zit op het hekje. Als klein kind heeft ze vaak op dit hekje gezeten, dan kijkt ze naar de bloemen, de vogels en de mensen die aan het werk zijn. Ze heeft net en nieuwe jurk van haar moeder gekregen. Hij kriebelt in haar nek, Anne krabbelt. Dan ziet ze Roza aanlopen. Ze heeft een grote mand met een doek eroverheen. 'Wat zit daar in?' vraagt Anne. 'eehh.. brood, en koekjes.' Anne is verbaast, hoe komt ze nou aan al dat eten, er is al een lange tijd te weinig eten in Marendam. Dat komt omdat de Engelse overal buiten de wacht houden. Vorige week waren er weer 2 mensen opgehangen, Anne kende ze. Ze kent iedereen in het dorp. Maar ze wou ze niet zien hangen, niet omdat ze het eng vond, maar omdat ze er niet tegen kon dat de vrouwen moesten huilen. Want dat was altijd zo, ze halen de man uit het gezin en de rest blijf verloren achter.
Ze was bang dat haar vader ook ooit zou opgehangen worden.
Want ze hield erg veel van haar vader , ze kon goed met hem omgaan.
Als haar vader ging oogsten.
Dan kwam Anne ook.
Ook al waren haar vriendinnen samen aan het spelen.
Toch ging ze mee.
Haar vader was een ook timmerman.
Daardoor kon Anne ook wat timmeren.
Ze timmerde volgehuisjes en nog heel wat.
|